Het RIVM kwam met verontrustende cijfers rond chronische ziekten. In 2011 hadden 5,3 miljoen mensen in Nederland een chronische ziekte. Dat is 17% meer als 8 jaar daarvoor. De stijging onder mensen met méér dan één chronische ziekte was zelfs 29%, het betreft hier 1,9 miljoen mensen. (Bron: RIVM, klik hier voor het hele artikel)
De Amerikanen hebben inmiddels erkent dat natuurgeneeskunde effectief en kostenefficiënt ingezet kan worden, zeer zeker ook bij chronische klachten.
In Nederland lijken we steeds verder weg te dwalen van de natuurgeneeskunde. Er mag inmiddels niet meer worden aangegeven waar natuurlijke middelen voor dienen. En wéér worden de vergoedingen voor natuurlijke geneeswijzen naar beneden geschroefd. Wanneer gaat ook deze maatschappij beseffen dat het over een andere boeg moet?
De groeipercentages van chronische ziekten kunnen alleen gekeerd worden als er preventief wordt gehandeld. Dat begint al bij voorlichting op scholen over de rol die voeding speelt bij je gezondheid op lange termijn, en dat gaat verder bij het aanpassen van de opleidingen van artsen. Daar wordt nog altijd weinig of geen aandacht besteed aan de rol van voeding bij (chronische) ziekten.
Ondertussen zitten we wel met een grote groep van 5,3 miljoen (of inmiddels al veel meer) chronisch zieken die nauwelijks kunnen worden geholpen in de reguliere geneeskunde. Een (groot) deel van die mensen zouden effectief kunnen worden geholpen in de natuurgeneeskunde. Dat zou de zorgkosten enorm kunnen drukken. Maar wil deze maatschappij dat wel? Willen de (huis)artsen daar eigenlijk wel naar kijken? Als ik zie dat voor een lichte bronchitis een antibiotica kuur wordt voorgeschreven snap ik dat nog, maar als daar dan ook maar even een paar prednisonnetjes bij worden voorgeschreven snap ik er niets meer van. Hoe kostenbewust zijn de (jonge) artsen eigenlijk? En snappen ze überhaupt wel hoeveel overbodig vergif ze in een mens stoppen?
Het is de hoogste tijd dat wij als natuurgeneeskundigen meer initiatief gaan nemen om die samenwerking met (huis)artsen te bevorderen. Stap zelf, gewapend met de goedkeuring van de Amerikaanse senaat én met het rapport dat eind vorig jaar verscheen, over de wens van 92% van de chronisch zieke patiënten van de huisarts dat ze graag advies over complementaire zorg van hun huisarts zouden willen, naar huisartsen in jouw omgeving om een vorm van samenwerking te bespreken. (Klik hier voor betreffende publicatie). Waarschijnlijk zullen vier van de vijf huisartsen dit direct afwijzen, maar als er een effectieve samenwerking met maar één van die artsen ontstaat zal zich dat vanzelf uitbreiden. Het is een lange weg maar we moeten ergens beginnen.