Volgens een drie maanden durende studie geeft het eten van pruimen een duwtje in de rug van het botmetabolisme bij mannen. Pruimen verlagen het botafbrekende osteocalcine en houden de daling van osteoprotegerine tegen, een marker voor botvorming. Al bij al bleken de effecten van pruimen erg bescheiden.
Met name op BALP hadden de pruimen geen invloed. BALP is alkien fosfatase, een enzym en marker voor botopbouw. Uit eerdere studies is gebleken dat pruimen BALP doen toenemen bij vrouwen na menopauze maar doet afnemen bij mannen. Ook op sclerostine of TRAP-5b hadden de pruimen geen invloed, hoewel eerdere studies met mannen wel blijk gaven van een effect van pruimen op TRAP5b. TRAP5b en sclerostine zijn markers voor botafbraak.
Alle deelnemers, ook die van de controlegroep, kregen een multivitamine, waardoor het effect van pruimen afgezwakt kan worden. De multi bevatte niet enkel calcium en vitamine D, maar ook magnesium, fosfor, koper en boor.
In de VS wordt de prevalentie van lage botmassa en osteoporose geschat op 54% bij vijftigplussers, een groot volksgezondheidsprobleem dus. Kernprobleem van osteoporose is ontsteking, zoals dat bij zowat alle chronische aandoeningen het geval is.2 Het botweefsel wordt continu hernieuwd, maar ontsteking belemmerd hernieuwing waardoor botmassa verloren gaat met de jaren.
Het is onduidelijk welke eigenschap er zo specifiek aan pruimen is die tegen botontkalking beschermt. Pruimen hebben een van de hoogste ORAC-waarden en is dus volgens die maatstaf een van de sterkste antioxidanten. Ze zijn rijk aan vitamine K, magnesium, kalium en boor. Vooral dat laatste is een uitgesproken 'botmineraal',3 maar net dat mineraal werd in de controlegroep ook toegediend via de multi. Dat kan de reden geweest zijn voor de wat bescheiden effecten van pruimen in deze studie.