B-vitaminen verminderen significant de symptomen van schizofrenie wanneer ze als add-on-therapie ingezet worden. Dat zeggen onderzoekers van de universiteit van Manchester die alle studies rond voedingssupplementen en schizofrenie hadden verzameld. Ze vonden 18 studies waar een totaal van 832 patiënten aan deelgenomen hadden. Inositol en de antioxidanten vitamine C en vitamine E waren niet doeltreffender dan placebo.
Het betreft de homocysteïne-verlagende B-vitaminen B6, B12 en foliumzuur, op voorwaarde dat die in hoge dosissen voorgeschreven worden. Lage dosissen leken volgens de meta-analyse weinig uit te halen. Mogelijk hebben patiënten een tekort aan een van deze vitaminen of een genetisch bepaalde hogere behoefte. Voor foliumzuur had een andere onderzoeksgroep reeds aangetoond dat het doeltreffend is voor schizofreniepatiënten met een suboptimaal foliumzuurmetabolisme.
Vitamine E, al dan niet in combinatie met vitamine C, lijkt vooralsnog geen effect te sorteren. Er bestaat een enkele studie met zink en een enkele studie met vitamine C, die beide wel positieve resultaten rapporteerden. Voorlopig is het nog te vroeg om conclusies voor die nutriënten te trekken. Voor vitamine D bestaat er zelfs geen enkele gecontroleerde studie.
Schizofrenie treft ongeveer 1 % van de bevolking. Antipsychotische geneesmiddelen helpen om waanbeelden (positieve symptomen) terug te dringen, maar op lange termijn krijgt 80 % van alle patiënten er terug mee te maken. Medicatie blijkt de negatieve schizofrenie-symptomen erg zwak te onderdrukken. In hoeverre B-vitaminen hierbij wel van betekenis kunnen zijn, moet nog grondig onderzocht worden.
Referentie:
Firth J, Stubbs B, Sarris J et al. The effects of vitamin and mineral supplementation on symptoms of schizophrenia: a systematic review and meta-analysis. Psychol Med. 2017 Feb 16:1-13