De wetenschappers bekeken biomarkers die nodig zijn om metabolische en immuun-ontstekingsveranderingen te monitoren in relatie tot veranderingen in depressiesymptomen bij veteranen. Ze vonden dat homocysteïne en het ontstekingscytokine IFN-γ mogelijke biomarkers kunnen zijn die inzicht geven in de verbetering van depressie bij veteranen met GWI. Deelnemers aan de studie volgden een glutamaatarm voedingspatroon, waardoor de excitotoxiciteit (schade aan neuronen door een overmaat aan glutamaat) afnam. Hoe meer deze voedingsverandering plaatsvond, hoe groter de verbetering in depressie was die werd waargenomen. Homocysteïne kan bijdragen aan depressieve symptomen door een verstoring in het glutamaatsysteem te veroorzaken. Bij deelnemers met depressie waren de beginniveaus van homocysteïne hoger, maar na een maand op het dieet waren deze niveaus lager, wat samenviel met minder depressieve symptomen. IFN-γ niveaus daalden na het dieet, wat kan helpen om de kynurenine-route te beïnvloeden. Deze route kan serotonine afbreken tot stoffen die schadelijk kunnen zijn voor de hersenen en zo depressieve symptomen verergeren.
Deze studie laat niet alleen zien dat biomarkers, zoals homocysteïne, gebruikt kunnen worden om depressie beter te monitoren, maar laat tevens zien dat een glutamaatarm voedingspatroon mogelijk gunstig is bij de behandeling van depressie (door trauma).
De volledige Engelstalige publicatie kunt u hier teruglezen.
Referentie:
Maury, A. & Holton, K. (2024). Biomarkers Associated with Depression Improvement in Veterans with Gulf War Illness Using the Low-Glutamate Diet. Nutrients, 16(14):2255.
Bron: https://www.orthofyto.com/orthomoleculair/depressie-verbetert-bij-glutamaatarm-eten