Fructose invloed op levervet, glucose niet

SuikerWetenschappers uit Tsjechië hebben voor het eerst rechtstreeks waargenomen dat fructose aanzet tot leververvetting, terwijl glucose dat niet doet. Een grote dosis glucose verlaagt het vetgehalte van de lever, fructose heeft dat effect niet. In combinatie met een grote dosis vet verhoogt fructose het vetgehalte van de lever, glucose doet dat niet.

 
De onderzoekers lieten tien gezonde mannen zes reeksen van experimenten uitvoeren: (1) vasten, (2) 150 gram vet (uit room), (3) drie maal 50 g glucose, (4) drie maal 50 g fructose, (5) combinatie van vet en glucose, en (6) combinatie van vet en fructose. De drie dosissen glucose of fructose werden steeds binnen de vier uur ingenomen.

 

Vooral de dosis vet zorgt voor een toename van het vetgehalte in de lever. Glucose verlaagt zelfs het vetgehalte in de lever, want glucose lokt een insulinerespons uit, die de vrijlating van vetzuren uit vetweefsel remt. Glucose blijkt zelfs in staat te zijn om de toename in vetgehalte te voorkomen wanneer het samen met vet ingenomen wordt.

 

Fructose verhoogt levervet wel in combinatie met vetinname. Dat is geen echte verrassing, want fructose wordt na opname integraal door de lever opgenomen, terwijl glucose in andere weefsels terechtkomt. Fructose moet dan wel omgezet worden naar vetzuren, zeker in een situatie waar er geen gebrek is aan calorieën.

 

Fructose heeft dan wel geen effect op insuline, het verhoogt wel de afscheiding van FGF21 (fibroblastgroeifactor). FGF21 zou net als insuline de afscheiding van vetzuren door vetweefsel remmen.

 

Referentie:
Dusilová T, Kovář J, Drobný M et al. Different acute effects of fructose and glucose administration on hepatic fat content. Am J Clin Nutr. 2019 Jun 1;109(6):1519-1526

 

Bron: https://www.voedingsgeneeskunde.nl/node/4649

Comments are closed.