Het gebruik van een glutenarme voeding door mensen die niet lijden aan coeliakie is momenteel erg populair. Wat precies de gevolgen hiervan zijn voor onder meer het microbioom, de darmpermeabiliteit, verzadigingsgevoel en het lichaamsgewicht was tot nog toe onduidelijk. In een recente Deense studie werden deze gevolgen grondig bestudeerd.
In deze gerandomiseerde, gecontroleerde, cross-over studie werden 60 deense volwassenen van middelbare leeftijd geïncludeerd. Ze kregen eerst gedurende acht weken glutenarme voeding (2 gram per dag) en vervolgens gedurende acht weken glutenrijke voeding (18 gram per dag). Tussen deze twee periodes in werd een washout-periode van minimaal zes weken ingelast waarin ze hun gewoonlijke hoeveelheid gluten innamen (12 gram per dag).
De onderzoekers concluderen dat glutenarme voeding specifieke veranderingen in het darmmicrobioom veroorzaakt, zoals een vermindering van alle Bifidobacterium-soorten en minder gasproductie (H2-gas). Het consumeren van glutenarme voeding resulteerde in een klein gewichtsverlies en toename van plasmapeptide YY, een peptide dat verzadiging tot gevolg heeft. Verder werd geen significant effect op glucose- en vetmetabolisme, levermetabolisme en verzadigingshormonen vastgesteld. Er waren ook geen gevolgen voor de darmpermeabiliteit of de darmpassagetijd. De invloed op het immuunsysteem van gezonde volwassenen is beperkt.
Het effect van een glutenarm dieet bij gezonde volwassenen wordt mogelijk hoofdzakelijk veroorzaakt door de kwalitatieve veranderingen van complexe koolhydraten (vezels) in de voeding en niet zozeer door de vermindering van de gluteninname. Dat betekent dat het wijzigen van het type voedingsvezel wellicht de oplossing kan zijn voor het verminderen van gasvorming en opgeblazen gevoel. De onderzoekers vonden geen nadelige effecten van het volgen van een glutenarme voeding voor wat betreft voedingswaarde en inname van voedingsvezels.
Referentie:
Hansen, Lea BS, et al. (2018). A low-gluten diet induces changes in the intestinal microbiome of healthy Danish adults. Nature communications, 9(1), 4630.