Meer dan de helft van de wereldbevolking consumeert te lage hoeveelheden van verschillende micronutriënten, waaronder calcium, ijzer en de vitamines C en E. Dit zijn de resultaten van een recente studie.
Onderzoekers aan de Harvard T.H. Chan School of Public Health, UC Santa Barbara (UCSB), en de Global Alliance for Improved Nutrition (GAIN) voerden deze studie uit. Het is de eerste studie die wereldwijde indicaties geeft voor de ontoereikende consumptie van 15 essentiële micronutriënten. In deze analyse gebruikten de onderzoekers een nieuwe methode om de inname van micronutriënten te schatten, gebaseerd op voedingsgegevens uit 31 landen. Met wereldwijd afgestemde leeftijds- en geslachtspecifieke voedingsbehoeften pasten ze dit toe op gegevens van 185 landen uit de Global Dietary Database. Zo konden ze voor 99,3% van de wereldbevolking de prevalentie van te lage inname van 15 micronutriënten inschatten.
Ze verdeelden de bevolking in mannen en vrouwen behorend tot 17 leeftijdsgroepen: van 0 tot 80 jaar in stappen van vijf jaar, evenals een groep van 80+. De onderzoekers keken naar de inname van vijftien vitamines en mineralen: calcium, jodium, ijzer, riboflavine, folaat, zink, magnesium, selenium, thiamine, niacine en de vitamines A, B6, B12, C en E.
De studie stelde aanzienlijke lage innames vast van bijna alle geëvalueerde micronutriënten. Opvallend waren die van jodium (68% van de wereldbevolking), vitamine E (67%), calcium (66%) en ijzer (65%). Meer dan de helft van de mensen consumeerde onvoldoende riboflavine, folaat en de vitamines C en B6. De inname van niacine kwam het dichtst in de buurt van adequaat, met 22% van de wereldbevolking die onvoldoende consumeerde, gevolgd door thiamine (30%) en selenium (37%).
Voor jodium, vitamine B12, ijzer en selenium waren de geschatte ontoereikende innames hoger voor vrouwen dan voor mannen binnen dezelfde landen en leeftijdsgroepen. Omgekeerd consumeerden meer mannen onvoldoende calcium, niacine, thiamine, zink, magnesium en de vitamines A, C en B6 vergeleken met vrouwen. Hoewel patronen van micronutriënttekorten duidelijker naar voren kwamen op basis van geslacht, zagen de onderzoekers ook dat mannen en vrouwen in de leeftijd van 10-30 jaar het meest vatbaar waren voor lage calciuminnames, vooral in Zuid- en Oost-Azië en Sub-Saharisch Afrika. Ook in Noord-Amerika, Europa en Centraal-Azië was de calciuminname laag.
Met deze informatie kunnen gezondheidsprofessionals en beleidsmakers de meest effectieve voedingsinterventies identificeren en deze richten op de bevolkingsgroepen die het meest hulp nodig hebben. De auteurs merkten op dat een gebrek aan beschikbare gegevens, vooral over de individuele voedingsinname wereldwijd, hun bevindingen mogelijk heeft beperkt. De studie werd gefinancierd door The National Institutes of Health en het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Referentie:
Passarelli S, Free CM, Shepon A, et al. Global estimation of dietary micronutrient inadequacies: a modelling analysis. Lancet Glob Heal. 2024.