Jodium en selenium: synergie en optimale inname

selenium jodiumJodium en selenium werken samen en een tekort aan (een van) deze mineralen heeft negatieve gevolgen voor onder meer de werking van de schildklier. Nederlandse onderzoekers van het UMC Groningen en Máxima Medisch Centrum pleiten in een zeer lezenswaardig overzichtsartikel in Nutrients voor een verhoging van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid jodium naar minimaal 300 microgram en van selenium naar 105 microgram.

Jodium en selenium hebben een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van het leven op aarde. Jodium heeft vanuit evolutionair oogpunt een belangrijke antioxidatieve en antimicrobiële werking. De synthese van schildklierhormonen, waarbij jodium betrokken is, is een vrij recente modificatie in de evolutie. Selenium is bestanddeel van iodothyronine deiodinases, enzymen die nodig zijn voor het omzetten van in de schildklier geproduceerde T4 (thyroxine) in het biologisch actieve T3 en afbreken van T3 en T4. Daarnaast beschermt de antioxidantactiviteit van selenium onder meer het schildklierweefsel tegen oxidatieve schade veroorzaakt door onder andere waterstofperoxide dat in de schildklier wordt gevormd.

Een constante aanvoer van jodium is nodig gezien de relatief snelle excretie met de urine (90% in 24-48 uur). Selenium wordt beter opgeslagen in het lichaam, maar is dan niet altijd direct beschikbaar omdat het eerst nog losgekoppeld moet worden van een eiwit. De huidige referentie-innames van jodium en selenium zijn gebaseerd op onderzoeken die de synergetische relatie tussen deze mineralen buiten beschouwing laten. In Japan bijvoorbeeld wordt de aanvaardbare bovengrens van jodium voortdurend overschreden. Dit geeft geen problemen zolang de seleniuminname optimaal is. De auteurs suggereren dat de door hen voorgestelde herziening van de aanbevelingen voor jodium en selenium op de lange termijn bijdraagt aan de preventie van niet alleen schildklierziekten maar ook van andere aandoeningen die wellicht niet direct gelinkt worden aan jodium- en seleniumdeficiëntie.

Referentie:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36235539/

Bron: Orthokennis

Comments are closed.