Voor het eerst is vastgesteld dat reumapatiënten verlaagde NAD+-plasmaspiegels hebben en dat dit in verband staat met hun ziekteactiviteit. Patiënten met het hoogste ontstekingsprofiel en de hoogste ziekteactiviteit hadden de laagste NAD+-spiegels.
Vervolgens laten NAD+-boosters veelbelovende effecten zien in experimentele studies met immuuncellen van reumapatiënten: toename van NAD+ en afname van inflammatie en andere schadelijke processen.
NAD+ (nicotinamide adenine dinucleotide) komt voor in alle lichaamscellen en is onder meer een co-substraat voor belangrijke enzymen, waaronder sirtuïnen (SIRT’s), poly(ADP-ribose) polymerases (PARP’s) en CD38. Deze enzymen zijn betrokken bij metabolisme, celsignalering, immuunrespons, oxidatieve stress, DNA-herstel, genexpressie en anderen. Tijdens hun activiteit ‘consumeren’ deze enzymen NAD+ dat daarbij afgebroken wordt.
Chronische inflammatie is een drijvende factor voor de afname van NAD+, via activering van CD38. Een verlaagd NAD+-niveau staat tevens in verband met versnelde veroudering en de ontwikkeling van chronische aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten en diabetes.
Spaanse onderzoekers bekeken voor het eerst het NAD+-meta-bolisme bij 153 reumapatiënten en hoe dat in relatie staat met de ziekteactiviteit. Ze vergeleken dit met het NAD+-metabolisme bij 56 gezonde personen. Verder bestudeerden ze in vitro het effect van NAD+-precursors, zoals nicotinamide (NAM), nicotinamide riboside (NR) en nicotinamide mononucleotide (NMN) [1].
Verhoogd verbruik van NAD+ bij reumapatiënten
De onderzoekers vonden bij de reumapatiënten significant lagere plasmaconcentraties van NAD+ en NADH (de gereduceerde vorm van NAD+). Patiënten in de groep met de laagste NAD+-concentraties vertoonden de sterkste inflammatie en de sterkste ziekteactiviteit-score (DAS28).
De afname van NAD+ was gerelateerd aan zowel een toename van NAD+-consumerende enzymen (PARP’s, SIRT’s, CD38, CD157) als aan een vermindering van de biosynthese van NAD+, door afname van daarbij betrokken enzymen onder invloed van inflammatie.
Bovendien werd er verlies van NAD+ gevonden door een toegenomen efflux van NAD+. Dit werd veroorzaakt door een toename van connexin 43, het kanaal in het celmembraan dat de uitstroom van NAD+ reguleert.
Therapeutische potentie van NAD+-booster
In het experimentele gedeelte van het onderzoek met immuuncellen, afkomstig van de reumapatiënten, zorgde nicotinamide (NAM) voor een significante toename van NAD+ en een sterke afname van de aanmaak van ontstekingscytokinen. Daarvan werden TNF-alfa, interleukine 6 (IL-6) en IL-1, die een cruciale rol spelen in de ontwikkeling en progressie van reuma, het meest effectief geremd. Oxidatieve stress en apoptose
werden eveneens significant geremd.
Nicotinamide riboside (NR) gaf hetzelfde resultaat te zien. De effecten van nicotinamide mononucleotide (NMN) waren echter beduidend minder sterk.
Deze studie laat de therapeutische potentie zien van NAM of NR als NAD+-booster en daarmee samenhangende ontstekingsremming bij patiënten met reuma. Verder klinisch onderzoek moet dit nog bevestigen [1].
Hart- en vaatziekten
Inflammatie is een belangrijke factor in de ontwikkeling van hart- en vaatziekten. Reumapatiënten hebben daarom een anderhalf tot tweemaal hoger risico op cardiovasculaire aandoeningen.
Verlaagde NAD+-spiegels staan in verband met hypertensie, vaatstijfheid, endotheeldysfunctie, atherosclerose, coronaire vaatziekte en aorta aneurysma [2]. Verbetering van NAD+- spiegels via NAD+-precursors zou voor reumapatiënten tegelijkertijd een mogelijke optie kunnen zijn ter preventie van hart- en vaatziekten.
Referenties:
- Perez-Sanchez C, Escudero-Contreras A, Cerdó T, et al. Preclinical characterization of pharmacological NAD+ boosting as a promising therapeutic approach in Rheumatoid Arthritis. Arthritis Rheumatol. 2023 Apr 24.
- Abdellatif M, Bugger H, Kroemer G, et al. NAD+ and Vascular Dysfunction: From Mechanisms to Therapeutic Opportunities. J Lipid Atheroscler. 2022 May;11(2):111-132.
Bron: Springfield Nutra