Inname van alfacaroteen, vitamine A, vitamine C, vitamine E, selenium, zink, lycopeen, luteïne, zeaxanthine, bètacaroteen en alfacaroteen lijkt te beschermen tegen longkanker als ze via de voeding genomen worden, maar niet via supplementen. Dat blijkt uit een analyse door Chinees-Canadese onderzoekers die met de Amerikaanse PLCO-trial aan de slag gingen. Magnesium had geen individueel effect maar was wel het tweede belangrijkste nutriënt in de 'topcombinatie'.
De relatie tussen antioxidanten en longkanker ligt bij wetenschappers gevoelig sinds het longkankerverwekkende effect van bètacaroteen uit supplementen bekend is. Deze analyse sluit daarbij aan: bètacaroteen als voedingsstof stond in een gunstige relatie tegenover incidentie van borstkanker, terwijl bètacaroteen als supplement eerder ongunstig uit de bus kwam.
Deelnemers werden voor elk micronutriënt ingedeeld in kwartielen. Voor vele antioxidanten was er tussen het derde en vierde kwartiel (derde en vierde hoogste inname) geen verschil, wat zou suggereren dat een hogere inname geen meerwaarde heeft.
De onderzoekers gebruikten een machine-learningtoepassing om de beste combinatie van antioxidanten te raden. Dat topteam bestond uit alfacaroteen, magnesium, vitamine C, vitamine E, lycopeen, selenium, luteïne/zeaxanthine en bètacaroteen. Alfacaroteen kwam daar uit als de meest belangrijke schakel en magnesium als de tweede belangrijkste. Dit terwijl magnesium als individuele voedingsstof geen verband met longkanker toonde. Magnesium lijkt antioxidanten dus synergie te geven.
De gegevens zijn afkomstig van 98.500 deelnemers van de Prostate, Lung, Colorectal and Ovarian cancer screening trial. De relatie tussen antioxidant en longkanker was in het algemeen het duidelijkst bij rokers.
Referentie:
Yang J, Qian S, Na X, Zhao A. Association between Dietary and Supplemental Antioxidants Intake and Lung Cancer Risk: Evidence from a Cancer Screening Trial. Antioxidants (Basel). 2023; 12(2) doi:10.3390/antiox12020338