Een grote meta-analyse over noten stelt alweer dat regelmatige consumptie van noten en pindanoten gelijkstaat met een verlaging van sterftekans van 17 % (China) tot 21 % (VS). Het risico op hartziekten daalt zelfs met 30 tot 40 %. In deze meta-analyse werden gegevens uit de Shanghai cohort (71.000 deelnemers) en de Southern Community Cohort (SCC, 130.000 deelnemers) geanalyseerd. In tegenstelling tot andere meta-analyses zijn deelnemers van deze cohorts relatief arm.
Pindanoten zijn eigenlijk peulvruchten, maar ze worden in studies doorgaans samen met de echte noten genomen. Ze hebben allen een gelijkaardige samenstelling van voedingsstoffen. Echte noten zijn volgens de Southern Community Cohort iets gezonder dan pinda's (sterftekans -27 % versus -17 %).
Onderzoekers van Maastricht hebben een gelijkaardige oefening gedaan met de Netherlands Cohort Study, ook goed voor 120.000 mannen en vrouwen. Zij die dagelijks gemiddeld meer dan 5 gram pindanoten eten, hebben een 24 % verlaagd risico op sterfte. Voor echte noten was er een gelijkaardig resultaat (- 17 %), maar minder significant (veel minder Nederlanders eten meer dan 5 gram gewone noten per dag).
In de Amerikaanse cohort aten de groep van de grootste noteneters gemiddeld 18 gram per dag; in de Chinese cohort was dat amper 2,5 gram per dag. In alle bovenvermelde studies heeft het eten van pindakaas geen invloed op de overlijdenskans.
Bevolkingsstudies kunnen in principe niet vaststellen dat noten effectief verantwoordelijk zijn voor de lagere sterftekans. Hoewel het 'slechts' om bevolkingsstudies gaat, zijn deze resultaten opvallend consistent met resultaten van andere grootschalige bevolkingsstudies.
