Q10 komen we steeds vaker tegen: in crèmes, in shampoos en uiteraard is er het voedingssupplement zelf. Ons lichaam maakt dit co-enzym aan, maar de productie loopt terug met het ouder worden of kan worden aangetast door ziekte. En dat terwijl Q10 een cruciale rol in de energiehuishouding van cellen speelt – ook die van het hart. Met dat in het achterhoofd is een internationale groep cardiologen een nieuwe behandel-strategie voor patiënten met chronisch hartfalen gaan onderzoeken (1). En wat blijkt? Als de standaard behandeling wordt aangevuld met Q10, verbeteren de ziektesymptomen aanzienlijk. De combinatiemethode zou zelfs de overlevingskans van hartpatiënten kunnen vergroten; het sterftecijfer daalde bij de Q10 groep met maar liefst 43%. Het hartonderzoek kan zodoende de basis hebben gelegd voor een verbeterde behandeling van chronisch hartfalen.
Q10 leidt tot verbetering
Alle cellen in ons lichaam produceren energie en om dat te doen hebben ze Q10 nodig. Met name de hartspier is afhankelijk van dit co-enzym om optimaal te kunnen functioneren. Uit onderzoek (2) blijkt dat de Q10-levels in het hartweefsel van patiënten met chronisch hartfalen aanzienlijk lager zijn. Dat bracht de Deense cardioloog Mortensen op het idee de conventionele behandeling van hartaandoeningen aan te vullen met een dosis van het co-enzym Q10. En wat blijkt? Deze combinatiebehandeling leidde bij langdurig gebruik tot een vermindering van ernstige cardiovasculaire voorvallen – zoals een beroerte of hartinfarct – en een algehele vermindering van de ziektesymptomen. Verder liet het onderzoek een significante afname van sterfgevallen en ziekenhuisopname zien en verbeterde hartfunctie (3) van de patiënten significant.
Essentiele energie
Voor de cellen van onze hartspier is energie essentieel. Het is om die reden dat dit spierweefsel hogere concentraties Q10 bevat dan cellen in andere weefsels. Het lichaam kan co-enzym Q10 zelf aanmaken, maar deze productie wordt aanzienlijk minder naarmate we ouder worden, door medicijn gebruik, zoals cholesterolremmers en het kan ook door ziekte worden aangetast. Wie last heeft van hartfalen, heeft aanzienlijk lagere Q10-levels in de hartcellen. De concentratie van het co-enzym Q10 is teruggelopen, met een energietekort in de hartspier tot gevolg. Het hart kan daardoor niet met de gebruikelijke kracht samentrekken en dat leidt tot ademtekort en pijn op de borst. Door een supplement met Q10, zo blijkt uit het onderzoek, wordt de energieproductie van deze cellen gestimuleerd en krijgt het hart zijn kracht voor een belangrijk deel terug.
Enerverend en veelbelovend
Cardioloog Svend Aage Mortensen van het Hartcentrum van de Universiteit van Kopenhagen leidde het internationale Q-symbio-onderzoek: “De resultaten zijn zowel enerverend als veelbelovend! De huidige medische behandeling van hartfalen is vooral gericht op het afremmen van factoren die door de aandoening worden geactiveerd en het hart belasten. Het blokkeren van verhoogde adrenalineniveaus is daar een voorbeeld van. De onderzochte therapie focust zich daarentegen op het ondersteunen van de biologische processen die invloed hebben op de energiestofwisseling in de cel. Q10, een volledig natuurlijke en lichaamseigen stof, vult dit tekort aan. In theorie helpt het zo de vicieuze cirkel te doorbreken die optreedt bij chronische hartaandoeningen – en in de praktijk blijkt het te werken!”
Over het onderzoek
Aan het Q-symbio-onderzoek namen 420 patiënten met chronisch hartfalen deel. Iedere patiënt onderging een behandeling van twee jaar, waarbij de ene helft dagelijks drie maal 100mg capsules met co-enzym Q10 toegediend kreeg, terwijl de andere helft dezelfde hoeveelheid identieke capsules kreeg die een inactieve placebo bevatten. De patiënten in beide groepen slikten daarnaast hun voorgeschreven medicatie tegen hartfalen. Na twee jaar waren er 43% minder hartaandoening-gerelateerde gevallen van overlijden in de Q10-groep in vergelijking met de placebogroep. Daarnaast waren er 47% minder hart-gerelateerde complicaties – zoals ziekenhuisopname door het verslechteren van de aandoening – binnen de Q10-groep in vergelijking met de placebogroep.