Soja-isoflavonen geen hormonaal effect

De geanalyseerde studies vergeleken in 52 analyses de effecten van een dagelijkse dosis van gemiddeld 66–77 mg soja-isoflavonen met een controle zonder isoflavonen. De interventies duurden 13 tot 24 weken. De deelnemers, gemiddeld 54–55 jaar oud en 5–7 jaar postmenopauzaal, gebruikten soja-isoflavonen via supplementen of voedingsmiddelen.

De onderzoekers bekeken vier oestrogeengevoelige uitkomsten: endometriumdikte, vaginale maturatie-index (een maat voor de hormonale status van het vaginale slijmvlies), FSH-niveaus en oestradiolspiegels. Op geen van deze maten werd een significant effect gevonden. Soja-isoflavonen bleken dus geen oestrogene werking te hebben bij deze doelgroep.

Hoewel soja-isoflavonen chemisch lijken op oestrogeen, binden ze anders aan oestrogeenreceptoren – vooral aan receptor β – wat hun werking in het lichaam anders maakt. Ze gedragen zich als selectieve oestrogeenreceptormodulatoren (SERMs), met weefselspecifieke effecten. Dit onderscheid is relevant voor gezondheidsprofessionals die zich zorgen maken over mogelijke hormonale bijwerkingen van soja, vooral bij een verhoogd risico op hormoongevoelige kankers zoals borstkanker. De resultaten kunnen helpen die zorgen te verminderen en ondersteunen de rol van soja als gezonde plantaardige eiwitbron.

De auteurs noemen wel enkele beperkingen: variatie tussen studies, vooral bij endometriummetingen, focus op slechts vier uitkomstmaten en beperkte toepasbaarheid op andere weefsels of op premenopauzale vrouwen. Ze bevelen vervolgonderzoek aan naar langere interventies, effecten op andere weefsels en mogelijke interacties met hormonale therapieën.