Een tekort aan de vetzuren EPA en DHA in de eerste zes maanden van de zwangerschap leidt tot een significant hoger risico op vroeggeboorte, laat nieuw Deens onderzoek zien.
Vroeggeboorte is een belangrijke oorzaak van sterfte van pasgeborenen, en is gekoppeld aan tal van gezondheidsissues; niet alleen gedurende de ontwikkeling van een kind, maar ook in het volwassen leven leidt het onder andere tot cognitieve stoornissen en cardiometabole aandoeningen (hart- en vaatziekten, diabetes en nierziekten). Dit onderzoek van Harvard Chan School en Statens Serum Instituut suggereert dat lage bloedconcentraties van omega-3 vetzuren - met name EPA en DHA - een sterke risicofactor voor vroeggeboorte kunnen zijn. De studie is gepubliceerd in EBioMedicine.[1]
Al tientallen jaren blijkt uit onderzoek dat een hogere inname van EPA en DHA de kans op vroeggeboorte vermindert. Echter, de resultaten van deze studies zijn niet altijd consistent. In deze nieuwe studie is voor het eerst onderzocht of te weinig omega-3 vetzuren in de eerste zes maanden van de zwangerschap is geassocieerd met een hoger risico op vroeggeboorte.
Risico tot 48 keer hoger
Voor het onderzoek zijn de data van de Danish National Birth Cohort bekeken: een landelijke studie die 96.000 kinderen volgt. De onderzoekers analyseerden de bloedwaarden van 376 vrouwen, waarvan de kinderen met 34 weken of vroeger waren geboren, en 348 vrouwen, wiens zwangerschappen voldragen waren. Alle vrouwen hadden hun bloed laten prikken gedurende de eerste en tweede trimesters van hun zwangerschap.
Analyse van het bloed liet zien dat de vrouwen met de laagste EPA- en DHA-waarden (van 1,6% of minder) een tien keer hoger risico hadden op vroeggeboorte, vergeleken met vrouwen met waarden van 1,8% of hoger. Toen de onderzoekers alleen keken naar de vrouwen die consistent de laagste concentraties omega-3 vetzuren hadden, bleek het risico op vroeggeboorte bij hen zelfs 48 keer hoger.
Implicaties
Een dergelijk groot effect komt zelden uit onderzoek naar voren, maar de onderzoekers noemen de uitkomsten betrouwbaar. Wat hen betreft duidt het op een causaal verband tussen de EPA- en DHA-bloedwaarden en het risico op spontane vroeggeboorte. Hierbij plaatsen zij overigens wel de kanttekening dat de studie is uitgevoerd in Denemarken, waar vroeggeboorten weinig voorkomen. Zij adviseren dan ook om deze studie ook in andere landen uit te voeren.
Tot slot zegt een onderzoeker: “De resultaten van dit onderzoek ondersteunen het belang van een voldoende inname van EPA en DHA gedurende de zwangerschap, of door het eten van vis, of het nemen van visolie-supplementen om vroeggeboorte te helpen voorkomen.” [2]