Carpaletunnelsyndroom (CTS) is een neurologische aandoening die veroorzaakt wordt doordat de middelste armzenuw (nervus medianus) in de pols samengedrukt wordt. Het is de meest voorkomende zenuwaandoening bij volwassen. Men schat dat zo’n 5% van de volwassenen er in meer of mindere mate last van heeft. De meerderheid daarvan zijn vrouwen.
CTS wordt vaak gelinkt aan herhaalde overbelasting van de handen waarbij de vingers gebogen worden en druk op de handen en de pols wordt uitgeoefend, zoals aan de computer werken, achter een kassa zitten, bandwerk (inpakkers), piano of viool spelen, rotsklimmen, enz. Dit verschijnsel is bekend als ‘repetitive strain injury’ (RSI, herhalingsoverbelasting).
Er zijn ook een aantal onderliggende aandoeningen die CTS in de hand werken, zoals artritis, schildklierproblemen, jicht, fibromyalgie en diabetes. Ook tijdens de zwangerschap heb je meer kans om CTS te ontwikkelen.
Men beweert vaak dat er weinig tegen CTS te doen is, behalve het nemen van ontstekingsremmers en pijnstillers en in ernstige gevallen een operatie. Je kan echter wel degelijk zelf iets doen. Je leefstijl en voeding bepalen in belangrijke mate of je al dan niet carpaletunnelsyndroom krijgt of hoeveel last je ervan hebt. Als je de aandoening al hebt, kan je de ernst ervan aanzienlijk verminderen door voeding en suppletie. In heel veel gevallen kan een operatie op die manier vermeden worden.
Suppletie met hoge doses vitamine B6 is dé behandelmethode bij uitstek voor carpaletunnelsyndroom. Er zijn aanwijzingen dat CTS veroorzaakt wordt door een gebrek aan vitamine B6. B6 is niet alleen nodig voor zenuwregeneratie, het is ook een ontstekingsremmer.
Steeds meer artsen zijn op de hoogte van de gunstige effecten van B6 bij CTS, maar nog te weinig onder hen durven hoge doses voorschrijven omwille van de kans op neurologische complicaties. De actieve vorm van vitamine B6, pyridoxal-‘5-fosfaat, geeft geen zenuwschade en is bovendien veel effectiever dan de gangbare vorm, pyridoxine HCl (die wel zenuwschade geeft in hoge doses).
In de praktijk geeft 150 tot 250 mg B6 goede resultaten. Het verlicht niet alleen de pijn en de symptomen van carpaletunnelsyndroom, het kan ook in heel veel gevallen een operatie voorkomen. Soms kunnen hogere doses nodig zijn.
Vitamine B6 werkt het best wanneer het samen met andere B-vitaminen genomen wordt. Voor de regeneratie van zenuwen zijn ook foliumzuur, B12 en de andere B-vitaminen nodig. Vitamine B1 (thiamine) en B12 versterken de pijnstillende werking van B6. B12 is nodig voor het behoud van myeline, het beschermende omhulsel rond zenuwcellen. Er is zelfs een geval bekend waarin suppletie met vitamine B2 (riboflavine) gedurende vijf maanden CTS bijna volledig deed verdwijnen.
Voedingsbronnen van vitamine B6:
Kip, vis, tonijn, zalm, eieren, linzen, zonnebloempitten, havermout, sojabonen, banaan, noten, bruine rijst, koolsoorten (savooi, bloemkool), paprika, spinazie, mais, alfalfa, avocado.
Nutriënten met een gunstig effect bij carpaletunnelsyndroom:
B-vitaminen (vooral B6), omega-3 vetzuren, alfa-liponzuur, gamma-linoleenzuur (GLA), curcumine, gember.
Literatuur:
Bland JD. Carpal tunnel syndrome. Curr Opin Neurol . 2005 Oct;18(5):581–5.
Folkers K, Wolaniuk A, et al. Enzymology of the response of the carpal tunnel syndrome to riboflavin and to combined riboflavin and pyridoxine. Proc Natl Acad Sci U S A . 1984 Nov;81(22):7076–8.
Talebi M, Andalib S, Bakhti S, et al. Effect of vitamin b6 on clinical symptoms and electrodiagnostic results of patients with carpal tunnel syndrome. Adv Pharm Bull. 2013;3(2):283-8.
Pajardi G, Bortot P, Ponti V, et al. Clinical usefulness of oral supplementation with alpha-lipoic Acid, curcumin phytosome, and B-group vitamins in patients with carpal tunnel syndrome undergoing surgical treatment. Evid Based Complement Alternat Med. 2014;2014:891310
Bron: PlaceboNocebo
Printversie Vitamine B6 voor de behandeling van carpaletunnelsyndroom