Bij mensen met hoge vitamine C-, foliumzuur- en vitamine B12-spiegels komt het metabool syndroom (MetS) minder vaak voor. Hoe hoger de spiegels, hoe lager het risico, zo concludeert een wetenschappelijke analyse.
Een crosssectionele studie werd uitgevoerd op basis van deelnemersgegevens uit het Amerikaanse National Health and Examination Surveys (NHANESs) 2003-2006. De associatie werd onderzocht tussen individuele serumwateroplosbare vitamines en het risico op MetS. Ook de componenten daarvan, waaronder middelomtrek, triglyceride, lipoproteïne met hoge dichtheid, bloeddruk en nuchtere plasmaglucose werden betrokken bij de analyse.
In totaal namen 8983 proefpersonen deel aan het onderzoek, van wie 1443 de diagnose MetS kregen. De MetS-groepen hadden een hoger percentage deelnemers met een leeftijd ≥60 jaar, een BMI ≥30 kg/m2 en onvoldoende lichaamsbeweging. Vergeleken met het laagste kwartiel waren het derde (OR=0,67, 95% CI: 0,48, 0,94) en hoogste kwartiel (OR=0,52, 95%CI: 0,35, 0,76) van vitamine C-inname geassocieerd met een lager risico op MetS. Wat betreft de MetS-componenten waren hogere vitamine C-kwartielen geassocieerd met lagere middelomtrek, triglyceriden, bloeddruk en nuchtere plasma glucose, terwijl hogere vitamine C- en foliumzuurkwartielen geassocieerd waren met hogere high-density lipoproteïne (HDL). Inname van vitamine C, foliumzuur en vitamine B12 was significant omgekeerd geassocieerd met MetS, met OR's (95% CI) van respectievelijk 0,81 (0,74, 0,89) en 0,84 (0,78, 0,90). Verder vonden de onderzoekers dat gelijktijdige inname van vitamine C, foliumzuur en vitamine B12 negatief geassocieerd was met middelomtrek en bloeddruk en positief geassocieerd was met HDL.
Referentie:
Pei, X., et al. (2023). Association of serum water-soluble vitamin exposures with the risk of metabolic syndrome: results from NHANES 2003-2006. Frontiers in Endocrinology, 14, 1167317.