Vitamine D-suppletie vermindert depressie bij ouderen

Vitamine D tekortEen depressie bij ouderen komt vaak voor. Meer dan 20% van de ouderen heeft lichte tot ernstige klachten. In deze klinische studie is het effect van vitamine D-suppletie op de behandeling van depressie bij ouderen vanaf zestig jaar onderzocht.

 
Het gaat om een acht weken durende gerandomiseerde klinische studie uitgevoerd in drie psychiatrische klinieken. Er deden 78 ouderen mee in de leeftijd van zestig jaar en ouder met matige tot ernstige depressie. De deelnemers kregen wekelijks gedurende acht weken een hoge dosis vitamine D (50.000 IE /1250 mcg) of placebo. De uitkomstmaten werden verzameld middels een vragenlijst (Main Geriatric Depression Scale-15 of GDS-15) en het bepalen van de vitamine D-status: de 25-hydroxyvitamin D3 [25(OH)D3]-spiegel.

 

De gemiddelde vitamine D-status bij aanvang bedroeg 22.57 ± 6.2 ng/ml (56,42 ± 15,5 nmol/L) in de vitamine D-groep en 21.2 ± 5.8 ng/ml (53 ± 14,5 nmol/L) in de placebogroep (p = 0.16). De vitamine D-spiegel nam toe tot 43.48 ± 9.5 ng/ml (108,7 ± 23,8 nmol/L)  in de vitamine D-groep en  25.9 ± 15.3 ng/ml (64,75  ± 38,3 nmol/L) in de placebogroep. De depressie-score daalde van 9.25 tot 7.48 in de vitamine D-groep (p = 0.0001), terwijl de depressiescore niet-significant toenam in de placebogroep. De vitamine D-groep en de depressiescore vóór de studie waren de variabelen die 81,8% van de depressiescore na de interventie konden verklaren, zo bleek uit de multipele regressie analyse.

 

De onderzoekers meldden dat er veel vitamine D-receptoren in de hippocampus aanwezig zijn. De hippocampus is een gebied in de hersenen dat geassocieerd is met depressie. Diverse vitamine D- metabolieten kunnen de bloed-hersenbarrière passeren.

 

Uit deze bevindingen blijkt dat vitamine D-suppletie depressiescore kan verminderen bij volwassenen van 60 jaar en ouder.

 

Referentie:
Alavi, N.M., et al. Effect of vitamin D supplementation on depression in elderly patients: A randomized clinical trial. Clinical Nutrition, 2019, 38.5: 2065-2070. https://doi.org/10.1016/j.clnu.2018.09.011

 

Bron: https://www.voedingsgeneeskunde.nl/node/4648

Comments are closed.