Consumptie van proteïne en vitamine E hoger dan gemiddeld werd in een Canadese studie geassocieerd met minder fysiologische ontregeling, terwijl markers voor biologische leeftijd verminderd werden door een relatief hoge koolhydraatinname (met proteïne-inname aan de gemiddelde, zelfs lagere kant). Verhoudingen van macronutriënten lijken dus specifieke voor- en nadelen te hebben, afhankelijk van de fysiologisch parameter die de onderzoekers gebruiken. Een enkel voedingspatroon lijkt onmogelijk alle ontregelings- en verouderingsscores te kunnen minimaliseren.
Hoe beïnvloedt voeding de levensduur? Een vraag waarop iedereen het antwoord wilt weten, maar die de wetenschapper te vaak benadert met de focus op één afzonderlijke voedingsstof of op één afzonderlijk fysiologisch proces. Ondertussen weten we dat veroudering een verlies van homeostase inhoudt waarin een netwerk van processen betrokken is. Daardoor is er zelfs nog geen consensus wat veroudering precies is, wat niet wegneemt dat er een heleboel 'maten voor ontregeling' (dysregulation scores) en veroudering (biologische leeftijd...) bestaan. Wat dit onderzoek aantoonde, is dat nutriënten een andere relatie vertonen met verschillende scores.
Experimenten met muizen tonen bijvoorbeeld dat een lage proteïne-inname tijdens het leven gunstig is voor de levensduur, maar dat een hoge proteïne-inname bij oudere muizen de sterfte doet verlagen. We kunnen bij mensen ook zulke tegenstrijdigheden verwachten. De resultaten van deze studie reiken alvast argumenten aan tegen maximalisatie of minimalisatie van bepaalde macronutriënten, zoals dat een populaire praktijk is.
De studie NuAge betrok gegevens van 1500 67-plussers uit Canada van wie jaarlijks drie voedingsenquêtes afgenomen werden en bij wie om de drie jaar dertig biomarkers werden gemeten, die vijf systemen representeerden: zuurstoftransport, lever-nierfunctie, vorming van witte bloedcellen, micronutriënten en lipiden. De relatie tussen voeding en de biomarkers werd onderzocht met multidimensionele modellen.
Voor vitamine E werd een optimale inname van 10,2 mg alfatocoferol per dag geschat, dat is wat de WHO aanbeveelt voor oudere mannen, maar wat hoger is dan de gemiddelde inname. Extremere innames van vitamine E of koolhydraten worden samen met lagere gezondheidsscores waargenomen. De rol van koolhydraatkwaliteit werd echter niet bevraagd, maar volgens de gegevens ging een hoge koolhydraatinname gepaard met hogere inname van vitamine C, wat een signaal voor inname van groenten en fruit kan zijn.
Referentie:
Senior AM, Legault V, Lavoie FB et al. Multidimensional associations between nutrient intake and healthy ageing in humans. BMC Biol. 2022; 20(1):196