Alle ‘let op vet’ campagnes ten spijt, het lijkt erop dat het verzadigde vet in volle zuivel metabool syndroom beter op afstand houdt dan magere zuivelvarianten.
De huidige voedingsrichtlijnen geven het advies de inname van volle zuivel te beperken. Maar in een cohortonderzoek onder ruim 9.000 gezonde volwassenen bleek de totale inname van zuivel (-0.044 ± 0.01, P = 0.009 voor elke aanvullende portie zuivel per dag) en de inname van volle zuivel (-0.126 ± 0.03, P < 0.001) geassocieerd te zijn met een verminderd risico op metabool syndroom. Onderzoekers konden dit gunstige effect toeschrijven aan het gehalte verzadigd vet in zuivel.
Ze concluderen dan dat de totale inname aan zuivel en de inname van volle melkproducten invers en onafhankelijk is geassocieerd met het metabool syndroom in gezonde volwassenen van middelbare leeftijd. En dat de aanbeveling de inname van volle melkproducten te beperken niet ondersteund wordt door de resultaten uit deze studie (Drehmer et al., 2016).
Referentie:
Drehmer, M., Pereira, M. A., Schmidt, M. I., Alvim, S., Lotufo, P. A., Luft, V. C., & Duncan, B. B. (2016). Total and Full-Fat, but Not Low-Fat, Dairy Product Intakes are Inversely Associated with Metabolic Syndrome in Adults. The Journal of Nutrition, 146(1), 81–9. doi:10.3945/jn.115.220699
Bron: http://www.vngk.nl/algemeen/volle-zuivel-gezonder-dan-magere-zuivel.html